Sinds het najaar van 2020 monitoren we vogels in de wintervoedselakkers. En ook deze winter worden de wintervoedselakkers tot en met maart één keer per maand bezocht. Duidelijk is dat het beheer werkt!
Vogels profiteren van de granen
Tijdens de bezoeken worden over het algemeen veel vogels waargenomen in en rond de percelen. Het zijn vooral soorten die behoren tot de vinkachtigen en gorzen, zoals de ‘gewone’ vink, groenling, putter, keep, geelgors en rietgors. Deze soorten profiteren direct van de granen en andere zaden – zoals zonnebloempitten – in de wintervoedselakkers. Andere soorten profiteren hier indirect van en dan gaat het vooral om predatoren. De sperwer wordt nu en dan waargenomen, jagend op vinken of gorzen. Andere predatoren zullen met name profiteren van de aanwezigheid van muizen, zoals buizerd, torenvalk, blauwe en grote zilverreiger. Ook werd een aantal keer een blauwe kiekendief waargenomen, sierlijk jagend boven de percelen. Verder foerageren er soms kleine groepjes hout en/of holenduiven in of langs de graanpercelen en voeden kool- en pimpelmezen zich met de zonnebloempitten.
'Onkruiden' zitten vol met zaden
De ene dag is de andere niet en datzelfde geldt voor de verschillende locaties. Er worden altijd wel vogels waargenomen maar de soorten en aantallen kunnen verschillen. Het is prachtig om te zien dat er groepen zijn van soms honderden vogels, die zich te goed doen aan het beschikbare voedsel. Naast de ingezaaide granen en zonnebloemen halen ze dit ook uit de ‘onkruiden’, die barstensvol zitten met zaden. De aanwezigheid van opgaande beplanting, al is het maar een klein aantal struiken en/of bomen, langs of op korte afstand van de wintervoedselakker, lijkt van groot belang te zijn omdat de vogels zich daarin veilig voelen. Bij het betreden van de percelen tijdens de veldbezoeken trekken veel vogels zich dan ook graag terug in deze beplantingselementen. Op dat moment zijn ze vaak goed te bekijken en te tellen.