Twee belangrijke onderdelen van het agrarisch natuurbeheer zijn de schouw en monitoring. Met de schouw wordt in het veld beoordeeld of een deelnemer aan de voorwaarden van het beheer voldoet en waar nodig advies gegeven. Met de monitoring wordt bekeken welke soorten er voorkomen, met andere woorden wat het effect is van het uitgevoerde beheer.
Schouw
Voor het leefgebied dooradering staan deze twee werkzaamheden weer voor de deur. De onafhankelijke schouwcommissie beoordeelt ieder jaar steekproefsgewijs een aantal beheereenheden. De schouw van de landschapselementen, zoals houtwallen en poelen wordt momenteel uitgevoerd. Het doel hiervan is om de elementen te beoordelen en controleren op basis van de beheereisen en -voorschriften. Indien nodig krijgen de deelnemers advies over hun uitgevoerde of uit te voeren beheer. Met de jaarlijkse schouw willen we de kennis van onze deelnemers over het beheer vergroten.
De schouwers gaan in tweetallen op pad. Voordat ze de deelnemers bezoeken wordt er telefonisch contact opgenomen en wordt men gevraagd mee te gaan tijdens de schouw. Zo kunnen eventuele opmerkingen tijdens de schouw gelijk worden besproken en kan er advies worden gegeven over het beheer.
Broedvogelmonitoring
De broedvogelmonitoring vindt in de periode maart-juni vijf keer plaats. ’s Morgens vroeg als de vogels actief zijn worden de houtwallen bezocht om in kaart te brengen welke soorten er voorkomen. De vogels worden vooral waargenomen op geluid. Aan de hand van het geluid / gedrag wordt bepaald of de vogel wel of niet een broedgeval is. De meest voorkomende broedende soorten binnen ons werkgebied zijn de tjiftjaf, koolmees en winterkoning. Het stelsel voor agrarisch natuurbeheer werkt ook met doelsoorten. Dit zijn soorten die vrij kritisch zijn op de kwaliteit van hun leefgebied. Het beheer is er vooral op gericht om het leefgebied voor deze soorten aantrekkelijk te maken. Als het leefgebied voor de doelsoorten op peil is, profiteren andere, veel minder kritische soorten daar ook van. Voor Zuidoost-Friesland zijn de doelsoorten onder andere de geelgors, de kneu en de gekraagde roodstaart. Waarvan de geelgors in Zuidoost Friesland het meest voorkomt van deze soorten.
Met de informatie die wordt opgedaan tijdens de schouw en monitoring kan het agrarisch natuurbeheer in ons werkgebied goed geëvalueerd worden en waar nodig bijgestuurd.