Gewone dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Laatvlieger en Gewone grootoorvleermuis. Deze soorten nam Richtje van den Berg van Landschapsbeheer Friesland waar, toen zij voor ELAN vleermuizen aan het monitoren was in Oldeberkoop. Waarom monitoren we eigenlijk als ELAN en hoe gaat zo’n vleermuizen-monitoring in zijn werk?
ANLb en monitoring
Monitoring is een heel belangrijk onderdeel van het agrarisch natuurbeheer. Door te monitoren krijgen we in beeld hoe het met bepaalde soorten gaat en kunnen we dus zien of het agrarisch natuurbeheer effect heeft op deze soorten. Waar nodig kan het beheer bijgesteld worden. Binnen ELAN worden er verschillende soorten gemonitord, namelijk: broedvogels, weidevogels insecten, akkervogels (broed- en wintervogels) en sinds dit jaar ook vleermuizen.
Tekst gaat verder onder de foto
Vleermuizen
Iedereen kent de vleermuis wel. Een vliegend zoogdiertje wat overdag verscholen zit in (oude) gebouwen of (boom)holtes en bij schemering actief wordt. Ze navigeren door gebruik te maken van echolocatie. Hierbij maken ze zelf een (voor mensen niet hoorbaar) geluid en vangen de echo die dat veroorzaakt op met hun oren. Zo kunnen ze hun locatie en route bepalen, waarbij lijnvormige (landschaps)elementen heel belangrijk zijn. Maar ook het lokaliseren van prooidieren doen ze met behulp van echolocatie.
Wat zegt de aanwezigheid van vleermuizen?
Als er in een gebied vleermuizen worden waargenomen, betekent dat ten eerste dat er dus verblijfplaatsen in de buurt aanwezig zijn voor vleermuizen. Afhankelijk van de soort zijn dit (oude) gebouwen of holtes in bijvoorbeeld bomen. Daarnaast hebben vleermuizen heel veel insecten nodig als voedsel, ze eten vooral nachtvlinders en muggen. Dus waar vleermuizen zijn, zijn insecten.
Monitoring in zijn werk
Landschapsbeheer Friesland monitort twee keer per jaar voor ELAN. De eerste ronde was in juni als het de kraamperiode van vleermuizen is. De tweede ronde vindt half september plaats, tijdens de paarperiode. In overleg met de gebiedscoördinator van ELAN is bepaald om op vleermuizen te monitoren bij landschapselementen die onder het ANLb beheer vallen in (de omgeving van) Oldeberkoop, Oosterwolde, Siegerswoude, Lippenhuizen, Oldeholtpade, Nieuweschoot en De Blesse.
De monitoriong begint zodra de zon onder gaat. Per dorp is een route uitgezet van 12 punten, allen grenzend aan een houtwal of singel, omdat de vleermuizen die dus gebruiken om te navigeren en de kans dus groot is om daar vleermuizen waar te nemen. Op elk punt blijft Richtje 10 minuten zitten om te monitoren of er inderdaad vleermuizen zijn. Met een batdetector kunnen de niet hoorbare geluidssignalen van de vleermuizen worden opgevangen en omgezet in geluiden die wel hoorbaar zijn en aan de hand van deze geluiden herkent Richtje de verschillende soorten. Bij het monitoren van vleermuizen gaat het overigens om het aantal vliegbewegingen van de verschillende soorten en niet om het aantal individuen. Het kan namelijk zo zijn dat eenzelfde vleermuis meerdere keren langs vliegt en dus wordt waargenomen. Op basis van het aantal vliegbewegingen kan wel een inschatting worden gemaakt van het aantal vleermuizen. Alleen als het nog niet helemaal donker is, ziet Richtje de vleermuizen soms vliegen, maar daarna niet meer!
Mooi resultaat in Oldeberkoop
De monitoring in Oldeberkoop leverde een mooi resultaat op! Op alle 12 punten zijn vleermuizen waargenomen. Zelfs de grootoorvleermuis is deze avond waargenomen. Doordat deze vleermuis een zacht geluid maakt en ook maar weinig geluidssignalen uitzendt is deze soort lastig waar te nemen, zelfs met een batdetector. De grootoorvleermuis was dit telseizoen één keer eerder waargenomen in Siegerswoude en nu in Oldeberkoop, maar liefst vier keer op één avond!